za 14 dec // 20.15 uur // Doopsgezinde Kerk, Utrecht
zo 15 dec // 15.00 uur // Lutherse Kerk, Edam
Dvořák – Twee walsen voor strijkers
De Tsjech Antonín Dvořák (1841-1904) was enorm muzikaal: hij begon al op jonge leeftijd met componeren en later verdiende hij zijn geld als musicus in een operaorkest. Hij componeerde aanvankelijk vooral voor strijkkwartet, maar ontwikkelde zich al snel in verschillende genres. Er kwamen symfonieën bij – waarvan de Negende ‘Uit de Nieuwe Wereld’ de bekendste is –, soloconcerten, geestelijke werken, opera’s, liederen en koorwerken; een ongelooflijke hoeveelheid composities. Dvořák heeft zijn succes onder anderen te danken aan Johannes Brahms, die hem in 1874 bekroonde met een Oostenrijkse staatsprijs voor arme musici. Vanaf toen nam Dvořáks carrière vlucht, hoewel het hem in zijn privéleven minder goed afging: in de drie jaar hierna overleden drie van zijn kinderen.
Dvořák schreef zijn Twee walsen voor strijkers in 1880. Hij zit dan middenin zijn ‘Slavische periode’, waarin hij meerdere symfonieën en schrijft, een Boheemse suite en Slavische dansen, stuk voor stuk – net als Twee walsen – doordrenkt van volkse klanken.
Janáček – Suite voor strijkers
Leoš Janáček (1854-1928) was in zijn jeugd koorknaapje en werd muziekleraar op het latere conservatorium van Brno. Hij liet zich voor zijn composities veel inspireren door volksmuziek. De Suite voor strijkers is een vroege compositie van Janáček, die eigenlijk veel meer bekendstaat om de heftige en grootschalige werken die hij op latere leeftijd schreef. Hij schreef de Suite voor strijkers toen hij 23 was, destijds nog erg beïnvloed door de composities van zijn landgenoot Dvořák, die later bovendien zijn schoonvader zou worden: op 40-jarige leeftijd trouwde Janáček met Dvořáks destijds zestienjarige dochter. Het was geen gelukkig huwelijk, met als genadeklap het overlijden van hun tienerdochter Olga, die aan buiktyfus bezweek. Janáčeks muziek werd na Olga’s overlijden een stuk zwaarmoediger van aard. Maar… toen Janáček al zestig was vond hij nieuwe inspiratie in de liefde: in 1916 leerde hij Kamila kennen, een bijna veertig jaar jongere vrouw, bovendien getrouwd. Ondanks hun beider huwelijken en het feit dat Kamila niet op Janáčeks avances inging (maar ze ook niet afwees), was de hopeloos verliefde Janáček weer zó boven Jan dat hij in de laatste dertien jaar van zijn leven nog een groot aantal frisse en energieke werken schreef, ook nu weer sterk geïnspireerd op de Slavische volksmuziek. In 1928 – hij is dan net 74 – overlijdt Janáček in Ostrava aan de gevolgen van een longontsteking.
Suk – Serenade voor strijkers
De Tsjechische componist Josef Suk (1874-1935) is vandaag de dag niet meer zo bekend. Suks leraar aan het conservatorium van Praag, Antonín Dvořák, is dat wel. Suk groeide op in een muzikaal onderwijzersgezin en ging zelf viool studeren. Hij was kind aan huis bij Dvořák, en werd tijdens de vele bezoeken verliefd op Dvořáks veertienjarige dochter Otylka, met wie hij in 1898 trouwde. Tijdens de lessen die Suk kreeg van Dvořák, merkte de laatste op dat Suk vooral veel droevige, melancholische composities schreef. Op een mooie dag in 1892 zei Dvořák tegen hem: ‘Het is nu zomer. Schrijf voor de verandering eens wat vrolijks!’ Het resultaat was de Serenade voor Strijkers.
Componist Johannes Brahms, vriend van Dvořák, was ook enthousiast over de Serenade. Suk had zich bij het schrijven van de Serenade deels door Brahms laten inspireren: het hoofdthema in het eerste deel vertoont grote overeenkomst met het hoofdthema uit Brahms’ Vioolconcert. Na het succes van de Serenade schreef Suk nog behoorlijk wat grote werken, onder andere toneelmuziek en symfonische gedichten. Zijn huwelijk met Otylka gaf zijn werk een romantische, vrolijke kleur, maar toen zij in 1905 plotseling overleed, was dat direct terug te horen in zijn composities, die donkerder van klank werden. Tot op de dag van vandaag is de Serenade voor Strijkers Suks bekendste werk. Het mag zich meten met andere bekende serenades, zoals die van Tsjaikovski, Elgar en Dvořák zelf. Het muzikale talent van de familie Suk ging gelukkig niet verloren: zijn achterkleinzoon Josef Suk III (1929-2011) werd een groot violist. Van hem zijn op YouTube nog verschillende video-opnames te vinden, onder andere een waarop hij in het Vioolconcert van zijn overgrootvader soleert.